donderdag 31 januari 2013

beeldgedicht: schilderij Ina Davids

 

ZET JE

SCHRAP

 

BEN

SCHERP

 

scheur

     schaaf

         scherf

              schrijf

                   schilder

                        schreeuw

                              

zing

 

tot klanken

weerklinken

 

        
 


 
 
 
 
 
 

maandag 28 januari 2013

column: Daar gaat ze

Haar grijze haren goed gekapt en in tenue. Een dame draagt immers een rok en kousen. Ook als het vijf graden vriest en er een, voor Nederlandse begrippen, ongekend sneeuwdek ligt dat de buurt al dagen tot een waar slee-oord maakt voor de buurtkinderen.

Op de stoep knerpt de sneeuw onder mijn wandelschoenen. Voor me schuifelt de dame in tenue met haar rollator over de platgereden sneeuw. We groeten als ik passeer. ‘Glad hè,’ zegt ze. Ik vraag of ik een handje kan helpen, maar zie in dat letterlijk een handje helpen geen zin heeft. Ze heeft beide handen nodig voor de rollator. Ze bedankt me en lopen samen op terwijl ze me vertelt dat ze 89 jaar is. Niet eens gespeeld verbaasd kijk ik in haar twinkelende levenslustige ogen en naar haar amper gerimpelde huid. ‘Wat is uw geheim?’ Glunderend: ‘niet in de zon en geen dure crèmes. Alleen voor het slapen gaan wat pure glycerine op je gezicht. Toen mijn man er nog was lachte hij erom. Maar het kost slechts €2,- voor een hele fles’. Ik complimenteer haar met haar uiterlijk, ‘maar uw hele voorkomen doet me niet aan een 89 jarige denken’. Het volgende geheim: twee stuks fruit en twee maal daags een ommetje. Weer of geen weer. Dus zodoende schuift ze met haar rollator over deze sleebaan. Wanneer de verhalen over de ruziënde schoondochters komen en haar zoons die zo ver weg wonen, wens ik haar nog een prettige dag.

Een paar dagen later rij ik met de auto de buurt in. Voorzichtig. Want hoewel mijn ruitenwissers op volle toeren draaien om de horizontale slagregens mijn zicht niet te laten belemmeren, is de grond nog bevroren en het wegdek getransformeerd van sleebaan naar gletsjer. Daar gaat ze. De dame in tenue met in haar ene hand de rollator, in de andere een paraplu (het kan dus wel op glad wegdek met één hand de rollator besturen). Mijn glimlach als ik haar passeer is een mix van ontroering, trots en bewondering. Haar man al jaren dood, haar vrienden en familie eveneens  uitgestorven, zwak, ziek of misselijk. De zoons ver weg en de schoondochters kunnen elkaar niet luchten of zien. En de buurtbewoners? Die ziet ze al  ruim 45 jaar komen en gaan, die hebben het allemaal druk met hun eigen levens. De volgende keer toch maar eens vragen hoe dat nu precies zit met die kibbelende schoondochters.

maandag 21 januari 2013

column: Skibroek


Ik ben afgelopen week getest. Hoe gaat u om met stress? Score: eenmaal geslaagd, eenmaal gezakt.
Donderdag rij ik naar Rotterdam. Tijdens mijn inhaalmanoeuvre op de snelweg seint een vrachtwagen. Meteen ben ik scherp op vreemde luchtjes en geluidjes die mijn auto zou kunnen gaan produceren. En jawel hoor, ineens gaat de blazer keihard. Het vermogen van de motor neemt af, ik schakel terug en het razen stopt. Dan blijkt dat alles is gestopt. Kut.
Knipperlichten aan en met 120 km per uur ziet de besneeuwde vluchtstrook eruit als een ongewenste slipbaan. Ik laat de auto uitrollen, ga rustig de vluchtstrook op en rem af. Ik sta stil en prijs mezelf een schattige Niki Lauda in mijn gebloemde jurkje met panty. Best koud. Maar een slimme meid is op haar toekomst voorbereid, dus uit de kofferbak tover ik mijn skibroek tevoorschijn. Ik bel met de ANWB, maak grapjes met de dame bij de alarmcentrale. Terwijl ik in de sneeuw wacht op de calamiteitendienst doe ik een intervaltraining op de plaats en hou me zo heerlijk warm. De man van het wegsleepbedrijf gooit me niet, zoals het hoort, bij het eerstvolgende tankstation af want hij komt praktisch langs mijn garage, zegt hij. En zodoende draag ik nog geen uur later de autosleutels over aan de automonteur. Mijn auto blijkt tegen alle verwachting in nog te maken ook.
Zaterdagnacht kom ik thuis en heb geen warm water meer. De CV doet het nog tot zondagochtend. Het teveel aan alcohol en tekort aan slaap hebben een vernietigende uitwerking op mijn pril ontwikkelde incasserings- en relativeringsvermogen. Mopperend hijs ik me weer in mijn skibroek en terwijl de wereld wit is, zie ik alles zwart. Ik stink nog naar zweet ook. De CV hangt in een balkonkast en vóór de leidingen bevriezen met deze aanhoudende vorst, MOET hij vandaag gemaakt worden. Ik snap geen reet van techniek, dus ben afhankelijk van een ondernemer die op zondag een storingsdienst draait. Ik haat het om afhankelijk te zijn. Ik haat onderhandelen met ondernemers. Helemaal op zondag. Ik voel me bij voorbaat al in het nauw gedreven. Stress. Waarom is er niemand die dat voor me oplost? Waarom moet ik ALTIJD ALLES zelf oplossen? Boos. En aangezien aanval de beste verdediging is, krijgt de beste man op zondagochtend een labiel en narrig wijf aan de telefoon. Moi. Kille uren later en na koud gemopper van beide kanten doet alles het weer.
Conclusie:  mijn skibroek is ten alle tijden warm.

 

woensdag 16 januari 2013

foto's: hamamelis

 


 

foto's: sneeuwtak en merel met bes

 
 
 
 
Posted by Picasa

briefcolumn: geluidsvandalisme in Kröller Müller Museum


Aan het Kröller Müller Museum

Betreft klacht: geluidsvandalisme

Geachte directie,

Het komt me niet mijn neus uit, maar mijn oren. De stoom trouwens ook. Mijn kennismaking met Vincent van Gogh werd namelijk wreed verstoord door vandalen. Geluidsvandalen om precies te zijn. Door u op pad gestuurd met de zogenaamde audiotour.
Het ging zo: Vincent en ik keken elkaar diep in de ogen waarbij in die van mij spontaan de tranen opwelden bij het aanschouwen van zo’n schoonheid. Maar enig intiem moment werd ons niet gegund want keer op keer kwam er een arm tussen mij en Vincent. Daaraan vastgeroest een soort van mobiele telefoon die onder het schilderij werd gehouden om vervolgens tergend hard en uiterst irritant te bliepen. Die mobiele krengen stonden ook nog op een volume waar de gemiddelde puber jaloers op is. Gevolg: een kakofonie van bliebjes en een canon van net niet te verstaan geleuter.
Vanaf nu behoren oordopjes tot mijn standaard museumuitrusting. Die verstrekt u helaas niet. Ik daarentegen verstrek u graag een gratis en goed advies: er schijnen koptelefoons op de markt te zijn die keiharde stilte je trommelvliezen inblazen. Schaft u er daar alstublieft ook een paar van aan zodat ik en die andere stilteliefhebbende bezoekers in alle rust kunnen genieten van de door u geboden meesterwerken. Ik zal u daarvoor zeer erkentelijk zijn.

Bij voorbaat dank,

vriendelijke groet,

 

een ouderwets kunstminnende deerne

maandag 7 januari 2013

sprookje: Trammelant met fazant


Er was eens een fazant en die zocht trammelant. Maar daarover later meer. Weet je wie er ook was? Oma Leontien. Zij kon ondanks haar leeftijd iedere man in het dorp trouwen. Niet omdat ze zo mooi was, nee, omdat ze de allerlekkerste maaltijden kon brouwen. Uit haar huisje stegen altijd heerlijke geuren op. Versgebakken brood, warm en zacht van binnen met een krakende, knapperige korst. In roomboter aangebraden wild. Sappig mals vlees dat van het bot afglijdt en weer met een (dit keer dunner) krakende, knapperige en karamelachtige korst. Gestoofde uien, wijn en kruiden. Verlekkerd hingen alle mannen uit het dorp rond haar huis. De vrouwen waren de wanhoop nabij. Was het betoverde boter? Waarom bleven al die geuren zo aan hun mannen leuren? Hoe deed die Leontien dat toch? Ze zaten flink te balen maar geen van hen had ooit haar recepten kunnen achterhalen.

Tot op een dag een fazant in het dorp verscheen. Hij keek eens om zich heen. Dus hier waren al zijn soortgenoten omgekomen. Bij vrouwe Leontien, waar al die mannen van dromen. Daar rook hij de afgrijselijke lucht van verbrande broeders. En dacht: ‘wacht maar, ik zal jullie hebben stelletje loeders.’ Hij trok zich terug in een leegstaand huisje en lachte alvast hard in zijn knuistje. De fazant had een briljant plan en flanste een flyer in elkaar: ‘Leontien geeft twee uur vanmiddag een kookdemonstratie, komt u allen maar!’ De mensen dachten: ‘hè hè, eindelijk is het klaar met dat smikkelen en smachten om die recepten van Leontien. Nu gaan we het met eigen ogen zien. Kunnen we dat lekkers voortaan zelf  brouwen en onze mannen bij ons houden.’ Stipt twee uur waren allen bij Leontien.

Maar wat kregen zij daar te zien? Leontien lag al aan het spit, zonder haar gebit. De fazant stond ernaast en schalde boos: ‘ja, en mijn naam is haas, nou goed, maar wie is er nu de baas?!’ Hij had de oven al flink opgestookt en daarin lag een lekker knapperig brood. De mensen wisten niet wat ze zagen en de mannen begonnen jammerlijk te klagen. ‘O nee, o nee, nu gaan we ons Leontien nooit meer ruiken en zien!’ De fazant was helemaal in zijn nopjes. Hij besmeerde Leontien royaal met boter en peperde haar eens flink in. ‘Zo Leontien en nu ga jij lekker in die oven, heb je al zin?’ Leontien dacht aan haar verbrande billen en begon alvast heel hard te gillen. De dorpsmannen en Leontien weenden en schreiden voor tien. De vrouwen konden het echt niet langer aanzien. Ze grepen de fazant bij de nek en fluisterden: ‘houd jij ‘ns effe je grote bek.’ Ze maanden hun mannen tot stilte en richtten zich tot Leontien. ‘Zeg Leontien, als jij ons nu eindelijk je kookkunsten laat zien. Dan halen we jou van het spit en geven we meteen je gebit. Want dit ziet er natuurlijk niet uit.' Leontien vond dat een uiteraard een heel goed plan. En och arme, daar lag ie dan, alsnog in de pan. De fazant op zoek naar trammelant.

vrijdag 4 januari 2013

knutseltip: even-wegdromen-doos

 
Soms zit het even tegen in het leven met werk/ gezondheid / financiën / liefde. Doorhalen wat niet van toepassing is. Of, zoals in mijn geval, alles laten staan. Tja en piekeren is dan  natuurlijk niet de oplossing, maar iets weten is iets anders dan doen.
Dus kon ik het wel gebruiken om af en toe een graai te doen naar een fijn moment. Want die zijn er gelukkig ook nog. Retourtje Amsterdam: inspirerende zangworkshop. Mooi theezakje: middagje film met vriendin. Grappig geïllustreerd bierviltje: jamsessie in de kroeg. En terwijl je je eigen even-wegdromen-doos maakt en hem vult met leuke herinneringen, ben je in ieder geval al een avond niet aan het piekeren. Het is trouwens geen toelatingsexamen voor de kunstacademie, dus aankloten mag. Wellicht, zoals in mijn geval, na een paar portjes wel in gevecht met plakband. Maar hey, het leven is nu eenmaal niet vrij van lijden. Men neme:
- lege doos
- fijne plaatjes: atlaskaartjes (oude agendavulling), plaatjesuit tijdschriften (Flow heeft mooi papier), (vakantie)foto’s, etc.
- schaar
- lijm
- plakband
- leuke-herinner-dingen-triggers als treinkaartjes, takjes, theezakjes.
 
Nou ja, aangezien je vast op de kleuterschool hebt gezeten moet het nu verder wel lukken J