woensdag 3 december 2014

huisgenoot 2014


hij heeft het rijk alleen van vrijdag tot maandagavond
niet dat ik er iets van zie
maar toen ik weg was -
de gordijnen gesloten waren
en alle deuren open -
is hij vast
in iedere kamer
in iedere hoek
geweest

tot ik thuiskom
de deuren dicht doe
en weer open
de gordijnen open
de muziek aan
spullen verplaats
spullen neerkwak
mezelf verplaats
in iedere kamer
niet in iedere hoek
maar toch
wel in iedere kamer

geƫrgerd schiet hij langs me heen
de keuken in
dan rent hij naar de logeerkamer
– waar geen bed staat maar wel drie kasten
en een ezel –
waar hij zich verstopt
achter een kast
zenuwlijer

ik doe de deur achter hem dicht
en nu
steeds als ik de logeerkamer inloop
heb ik het gevoel
dat ik zijn kamer binnenkom
dat ik hem stoor

want wie zegt
dat deze kamers
tussen deze stenen
mij toebehoren
omdat ik en een meneer
toevallig ooit op een dag
op een blaadje papier
een krabbel hebben gezet


dinsdag 2 december 2014

huisgenoot 2000


etage voor twee
de douche in de keuken
naast het gasfornuis

als het hard regent
staat er een pan met een spons
in mijn slaapkamer

doordeweek geen bier
daarvan worden we te dik
witte wijn kan wel

als ik binnen kom
en de trap oploop, hoort zij
hoe ik me dan voel

ze laat me alleen
of komt met bier naar mijn kamer
soms ook doordeweek

nood breekt wet vindt ze
ze is een wijze vriendin
ik heb best vaak nood






maandag 1 december 2014

huisgenoten 1997


Mijn kamer is dertig vierkante meter en heeft een bordeauxrode houten vloer en warm gele gordijnen.

De postbode woont op mijn verdieping, hij sorteert dagelijks alle post in de grote hal, - waar vroeger nog geen hal was maar een doorgang voor de paardenkoets naar de binnenplaats, waar nu geen binnenplaats is maar een brandnetelveld en zes open garages, waar een zwerver slaapt die me groet als ik ’s ochtends mijn fiets pak en die me in de stadsbus een slok uit zijn fles aanbiedt– de postbode noemt mij jonge deerne. De postbode heeft halverwege de eerste en de tweede verdieping een wc. Soms haalt hij het maar vaker niet, dan valt er een drol uit zijn broekspijp op de trap.

Naast mij woont een andere bejaarde man die natte zoenen op je wang geeft met oud en nieuw en alle andere gelegenheden waarbij zoenen geoorloofd is. Hij leert me dat ik niet alle aardappeltjes een voor een met een vork hoef om te draaien als ik ze bak. We geven een feest, halen balen stro in huis en doen de peukentest: een brandend exemplaar in de strobaal dooft direct door zuurstofgebrek. Dus het kan wel vinden wij. Hij vind het gevaarlijk. Jaren later wordt hij gepakt voor pedofilie. Ik vond hem nooit gevaarlijk

Op een dag ligt de postbode in de wc, voorover gevallen met zijn hoofd klem tussen de muur en de pot. Er wordt naar mijn bejaarde buurman geroepen: ‘Bel 112! De postbode ligt dood in de wc!’ De bejaarde buurman ontdekt ’s avonds dat het zijn buurman betreft en niet een medewerker van de PTT.

Vanuit mijn hoogslaper kijk ik uit op de kerkklok, het houtwerk is bordeauxrood en de lampjes zijn ’s avonds net zo geel als mijn gordijnen.