maandag 4 januari 2016

kort verhaal (fragment)- Herfst


1939

Ondanks de crisistijd kiest ze haar kleding met aandacht, ze draagt wollen mantels met een mooie snit die nauw aansluiten met een bijpassend hoedje dat ze volgens de laatste mode schuin op het hoofd zet. Ze droomt van een ruisende chiffon japon die om het lijfje spant en klokkend uitwaaiert rond de enkels. En van een groot huis met vele kamers, gesteven tafellinnen, satijnen lakens. Van diners met opgepoetst zilver, gebraden vlees, zware wijnen in kristallen glazen.

    Zes dagen per week staat ze met haar schoonzus in de beenhouwerij van haar vader. Kwaliteit voor alles. Ze maken paté van het beste vlees en niet, zoals andere slagers, met waterige melk. Volle boerenroom moet het zijn. Vader laat hen meehelpen bij het beenhouwen, worsten en paté’s maken, opdat zij de klanten kunnen vertellen over hun eigengemaakte waar. Hij laat hen ook van andere slagers proeven zodat ze hun smaak goed ontwikkelen. Ze houdt van de zondagse lunch met tartaar, de frisse en zachte geur van de rauwe biefstuk die zojuist door de vleesmolen is gedraaid. Op een krakende pistolet besmeerd met roomboter van de boer van even verderop, slechts bestrooid met wat zout en peper.

      Maar het meest houdt ze van de herfst, wanneer de jagers van de velden komen en direct langs rijden waarop haar vader de eerste keus uit de kofferbak heeft. Hazen, fazanten, konijnen. Hij leert haar kijken en de dode dieren bevoelen alvorens de keus wordt gemaakt. De dieren mogen onder geen beding zijn opgejaagd, de adrenaline in hun lijf maakt de spieren en dus het vlees taai. De jagers wachten tot hij het vlees heeft gekeurd. Met hun stoere kleding, de rottende geur van de herfst, de onrustige maar gehoorzame honden, de dode dieren waar de kogels nog in zitten, vertegenwoordigen deze mannen iets opwindends. Iets puurs. Iets gevaarlijks. Hier komt de wereld van de jacht samen met die van de beenhouwerij, maar van de eerste zal ze als meisje nooit deel uitmaken.                                                                                                                                     

    Ze kent alle klanten van de beenhouwerij, weet wat zij het liefst eten en geniet ervan hen persoonlijk te adviseren bij hun aankopen. Hoewel ze geniet van samenwerken met haar familie, heeft ze goesting in een grootser en meeslepender leven. Alle dagen en weken lijken eender, met uitzondering van de herfst met zijn wild en de lente wanneer er weer lamsvlees is.