donderdag 23 januari 2014

Citaat Roald Dahl over het jaarlijks feestmaal met zijn grootouders in Noorwegen

Even wegdromen bij een citaat uit Boy van Roald Dahl over het jaarlijks feestmaal met zijn grootouders in Noorwegen:
 
'Het eten dat we voorgezet kregen, was altijd hetzelfde. Dit was een Noorse familie, en voor Noren is het beste eten dat er bestaat, vis. En wanneer ik vis zeg, bedoel ik niet het soort vis dat jij en ik bij de visboer kopen. Zij bedoelen verse vis, vis die nog geen vierentwintig uur daarvoor is gevangen en niet bevroren is geweest of gekoeld op ijs. Ik ben het met ze eens dat de enige juiste manier om zulke vis klaar te maken, pocheren is, en dat is wat ze doen met de mooiste exemplaren. En Noren, tussen twee haakjes, eten ook altijd het vel van de gekookte vis, dat nog het lekkerst smaakt van de hele vis, naar zij zeggen.
    Dus begon dit grote feestmaal natuurlijk met vis. Een reusachtige vis, een bot zo groot als een dienblad en zo dik als je arm, werd op tafel gezet. De huid aan de bovenkant was bijna zwart en zat vol helder oranje vlekken. Natuurlijk was hij volmaakt gepocheerd. Grote witte brokken werden uit deze vis gesneden en op onze borden gelegd en daarbij kregen we hollandaisesaus en gekookte nieuwe aardappels. Verder niets. En jeminee, wat was dat zalig!
     Zodra de resten van de vis warden weggehaald, werd een enorme rotsachtige berg van eigengemaakt ijs binnengebracht. Behalve dat dit het romigste ijs ter wereld was, was de smaak onvergetelijk. Er zaten duizenden kleine schilfers knapperige gebrande suiker doorheen (Noren noemen dat krokan) en daardoor smolt het niet zomaar weg in je mond zoals gewoon ijs. Als je erop kauwde dan knisperde het en de smaak was zo verrukkelijk dat je er dagen later nog van droomde.'