vrijdag 12 juni 2015

gedicht NEEM MIJ TOT U (zeefdruk, rode bietjesinkt op eetpapier)







neem mij tot u

 

eetbaar gedicht        ilse vandenbussche
handschrift              daniela heykoop
zeefdruk                  grafische werkplaats raaf te breda
inkt                         rode bietjes- & cacao* op eetpapier*
*= biologisch

Onze rol in de kringloop zie je het duidelijkst terug in de manier waarop we met voeding omgaan. Dat is ook waar je invloed op hebt; wat stop je in je mond en onder welke omstandigheden kwam dat voedsel tot jou?

Dit gedicht is afkomstig van een rood bietje. De inkt op het eetpapier is gemaakt van gekookte en gepureerde rode biet, vermengd met cacao. Alle ingredienten zijn van biologische afkomst. Het publiek mag de hosties die onder het gedicht liggen tot zich nemen.

Dat u dit gedicht nu kunt eten heb ik te danken aan een aantal mensen:
Joost en Tobias als initiatiefnemers van het project Van Het Kastje Naar De Muur en met hun praktische en inspirerende hulp, Marieke als kritische meelezer, Erik als meedenker in de uitvoering, Daniela met haar mooie handschrift, Angela van biologische bakkerij Zonnemaire voor het eetpapier en Marleen + Renie van Grafische Werkplaats Raaf voor hun hulp bij het zeefdrukken.



dinsdag 2 juni 2015

gedicht: Waarom

Waarom sliep ik vannacht zo slecht?
Waarom voel ik me dan zo onzeker?
Waarom heb ik niet wat meer ballen?
Waarom zie ik niet dat ik die allang heb?
Waarom ben ik zo onzeker?
Waarom stel ik die vraag twee keer?
Waarom wil ik een zo risicoloos mogelijk leven lijden?
Waarom ben ik niet gewoon wat losser?
Waarom heb ik een hekel aan beeldschermen?
Waarom weet ik zo goed wat ik wil?
Waarom dan weer niet als iemand anders iets anders vindt?
Waarom ga ik schaapachtig lachen als ik moe ben?
Waarom lach ik niet wat meer om mezelf?
Waarom zijn er zoveel regeltjes?
Waarom bedenk ik ze zelf ook nog eens?
Waarom houd ik me überhaupt zo aan regeltjes?
Waarom kan ik nu niet op vakantie?
Waarom denk ik dat ik dat niet kan?
Waarom ga ik niet?
Waarom word ik zo moe van mezelf?
Daarom?




maandag 1 juni 2015

sprookje over een fazant en een konijn

‘Hey, Konijn! Wat moet hier dat op mijn terrein?’, riep de fazant. ‘Nou’, zei Konijn, ‘ik wacht op die oogverblindende koplampen en ondertussen droom ik even fijn’. De fazant was hierdoor van zijn à propos en zei toen maar: ‘Zo, zo, en waar droom je dan van?’ 

’Och, van zoveel. Ik zit hier namelijk al een poos. Ik droom van uitgestrekte velden wortelen, meer dan ik eten kan. Van bedden malse botersla en aan knapperige slaharten knabbel ik dan. Van de lente die straks gaat komen. Met mijn neusje ruik ik het al, ik hoef het niet eens te dromen. En natuurlijk van leuke konijnen met wie ik straks zal spelen, springen, joelen en kroelen. Ik droom van de zon, van wolken en van regen, dat maakt zulke mooi glinsterende asfaltwe- gen. En schitterende parels aan de bladeren van de bomen. Maar weet je beste fazant.  Eigenlijk  wacht  ik op iets vreselijks dat mogelijk ooit zal komen. Die oogverblindende koplampen leggen me helemaal lam. En daarom zit ik hier, stiekem al best een tijdje dan.’ De fazant keek eens goed om zich heen: ‘Maar waar zijn de auto’s dan? Ik zie ze hier nooit. Geen één.’


Konijn schrok op uit zijn gemijmer, keek eens goed rond en staarde daarna bedremmeld naar de grond. Stilletjes dacht hij: wat zit ik hier eigenlijk te dromen en te wachten op wat mogelijk ooit zal komen? Ik  zou  moeten  rennen,   huppelen  en  spelen.  Zijn kraaloogjes  begonnen  te  glinsteren,   zou   hij   het durven?  Jawel,  hij  greep  deze kans  bij  de lurven,  plantte zijn voorpoten stevig op de grond en trapte met zijn achterpoten ferm in het rond. Daar kukelde de fazant achterover, plat op zijn rug. Konijn keek om en riep vrolijk: ‘Pak me dan als je kan, of ben je niet zo vlug?’