zaterdag 2 november 2013

Insecten-integriteit


Hoe kan ik zo vertederd raken en direct daarna zo’n wreedheid begaan? Op het filmdoek zie ik een levensgrote mestkever met een bolletje mest stoeien om hem op de juiste plek te krijgen. Net een klein mannetje dat onvermoeibaar sjouwt, omvalt en weer doorgaat tot hij het bolletje uiteindelijk aan een doorn geregen heeft. Twee parende slakken laten zien wat  slome slow sex is. De bieb van Utrecht schotelt ons, in het kader van Nederland Leest, een cultureel programma voor rond Erik of het klein insectenboek van Godfried Bomans. Schrijvers van De Vorlesebühne vertellen grappige korte absurdistische verhalen over insecten terwijl het Genetic Choir hier en daar opduikt en zich er al zingend doorheen improviseert.

Alle sprekers aan tafel, mannen op dat moment, bekennen rond hun negende levensjaar voor bioloog gespeeld te hebben. Midas Dekkers is er nooit mee gestopt. Zij onderzochten de verdere wandel van hun object, te weten een insect, na het verwijderen van een of meer poten. Dichter Ingmar Heytze blijkt de enige niet sadist aan tafel. Een journaliste schrijft een boek over sex en dieren en toont met een grappig filmpje dat huisstofmijten sexuele schoften zijn. Ze hebben een mesvormige piemel komt en die steken ze zonder pardon op een willekeurige plek in het lichaam van een vrouwtje. Zij wordt doorboord en het sperma in haar bloedbaan opgenomen. Klaar is Kees. Het vrouwtje heeft wel een geslachtsorgaan, maar Kees laat dat volledig onbenut. Kees pakt trouwens ook andere mannetjes met zijn mespik. Wanneer dat andere mannetje dan later een vrouwtje spiest, zit Kees zijn zaad er automatisch bij. Schoften inderdaad, maar ik dwaal af.

Een wetenschapper, die ook een insectenkookboek heeft geschreven, zegt dat het eten van insecten heel milieuvriendelijk is. En dat het ook geschikt is voor mensen die vegetariër zijn vanuit de overtuiging dat zij dieren geen pijn  willen doen. Onderzoek wijst immers uit dat een sprinkhaan gewoon dooreet terwijl zijn achterlijf door een ander dier wordt opgegeten. Aan het gedrag van een insect valt dus niet af te leiden dat hij pijn ervaart. Ondertussen maakt de kok een insectenhapje klaar: een sprinkhaan, zonder vleugeltjes en pootjes, wordt gemarineerd en kort in een vuurtje geroosterd tot hij lekker knapperig is.

Midas Dekkers vindt het logisch dat een man die een insectenkookboek schrijft, zegt dat insecten geen pijn voelen. ‘Dat niet bewezen is dat ze pijn ervaren, wil niet automatisch zeggen dat ze geen pijn hebben’. Hij haalt de film aan die de hele avond op de achtergrond draait met prachtige close-ups van insecten. Beelden die me regelmatig verwonderd doen glimlachen. ‘Een beestje dat het voor elkaar krijgt om als een van de weinigen uit al die eitjes te komen, een aantal keer te vervellen en te ontpoppen… Nou, zo’n beestje verdient het om te leven’, besluit Midas. Ik ben het volmondig met hem eens.

Hoewel, net in de pauze stond ik nog met mijn mond vol tanden. Die in insecten beten. De sprinkhaan smaakte trouwens naar zeewierchips. De geroosterde meelwormen op herfstgroenten gaven een crunchy bite aan het hapje, maar waren te klein om hun smaak echt te kunnen proeven. Maar hoe dan ook. Mijn culinaire curiositeit won het grif van mijn insecten-integriteit. Sorry sprinkhaan.