IJsblauwe lucht, dikke dotten sneeuw op boomtakken,
heggen en auto’s in de straat. De zon, als volgspot opgesteld tussen de
coulissen rechts op het podium, laat grootse schuine schaduwen zien.
Ongenuanceerd: zwart wit.
Leo, eveneens zwart wit, trippelt met zijn
kattenvoetenkussentjes over de besneeuwde straat. (Katten houden toch niet van
nat en kou? Is zijn jachtinstinct, honger kan het niet zijn, groter dan het
lichamelijk ongerief?)
Het samenspel van een zuchtje wind en de warme zon op de
bomen veroorzaakt zeer lokale sneeuwbuien. Grote vlokken sneeuw jagen met grote
snelheid tussen de huizen en daken door.
Meeuwen scheren door de lucht. Koolmeesjes bezoeken ombeurten
de witte mezenkast op het balkon en inspecteren al tikkend pikkend het houtwerk
van de kast, zowel van binnen als van buiten. (Hoe gaat dat straks, wie het eerst komt
wie het eerst maalt en heeft de kast als nest? Het aantal
gegadigden lijkt enorm.)
Gestage witte plukken stoom drijven langs huizen omhoog,
buigen af tegen de dakrand en dansen tussen de boomtakken door, de vrijheid
tegemoet.
Een dikke duif landt op een besneeuwde tak en veroorzaakt
een zeer lokale minisneeuwbui. Op de radio zegt iemand bij Vroege Vogels dat je
geen gletsjer maar kledsjer zegt.