Ik ben met een vriendin in restaurant de Beyerd. Het enige café restaurant in Breda dat zijn eigen bier brouwt. Alle gerechten worden dus bereid met bierbrouwsels. De sfeer is ongedwongen, de bediening kundig en vrolijk, het eten goed. Voordat onze biefstuk komt, krijgen we een amuse van het huis: artisjoksoep met daarbij een snee zelfgebakken brood, gemaakt met de mout die overblijft na het bierbrouwen.
Een vrouw
alleen, rond de 40 stapt binnen: kort haar, sportief type, zelfverzekerd met
een open en zachte blik. Ze bestelt een groot glas speciaalbier. Wanneer haar
eten komt, kijkt ze naar haar bord, lijkt te danken en gaat rustig eten. Een groep
hoogopgeleide 30’ers en 40’ers schuift aan aan de grote tafel naast ons. Het
alfamannetje, lijkend op een verlopen soapster, neemt het woord. Zijn speech
kabbelt door de ruimte, zo nu en dan bevestigd door de groep met een bescheiden
lach. Dan neemt alfamannetje twee (type van Binsbergen, je weet wel van
Jiskefet), voor wie de speech bedoeld was, het woord. Hij dankt als een
gelukkig man het bier en de mensen. Ook de woorden ‘project’ en ‘resultaat’ komen
veelvuldig voor. Onvoorstelbaar hoe iemand met zo weinig woorden zo’n lange
speech kan houden. Hij praat hard, de groep lacht hard. De vrouw zit ontspannen
te eten. Ze neemt haar laatste slok speciaalbier. Ze ziet er gelukkig uit.